Als jongste van drie met twee oudere broers, kun je je vast wel voorstellen dat er in mijn ouderlijk huis regelmatig wat testosteron door de lucht vloog. Mijn broers zaten op judo, en ik? Ik was het oefenmateriaal. Licht van gewicht en nog niet stevig op mijn benen, was ik het perfecte ‘project’.
Hoewel mijn broers groter en sterker waren, liet ik me door mijn temperament en vastberadenheid niet zomaar kennen. Dit leidde soms tot frustratie, boosheid en de nodige tranen – niet alleen bij mij trouwens. Wanneer ik kwaad werd, ging ik als een stier op een rode lap af, terwijl zij zich in moesten houden vanwege mijn jonge leeftijd. Naarmate ik ouder werd en vaker sportte, begon ik sterker en sneller te worden. Ook leerde ik beter omgaan met de emoties en gevoelens die bij het stoeien loskwamen. Zelfs nu, jaren later, probeert mijn oudste broer me weleens stevig vast te pakken. Hij mag dan nog steeds sterker zijn, maar techniek? Die zit aan mijn kant. 😉
Waarom stoeien belangrijk is
“Waarom stoeien die jongens toch altijd? Het wordt altijd ruzie, ze doen elkaar pijn, ik wil het niet!” Deze reacties hoor ik vaak van ouders. Maar juist stoeien is een essentieel onderdeel van de ontwikkeling. Het draagt niet alleen bij aan fysieke vaardigheden maar ook aan mentale en sociale groei.
Als gymdocent organiseerde ik tijdens de lessen regelmatig stoeispelen. Zo zat de ontwikkeling in spierkracht, coördinatie, spiersnelheid en evenwicht en het leert kinderen tegen een stootje te kunnen, letterlijk en figuurlijk. Maar als weerbaarheidstrainer en psychomotorische therapeut (i.o) zie ik nog veel meer waarde. Stoeien leert kinderen grenzen ontdekken en respecteren, zowel die van henzelf als van een ander. Ze leren zeggen: “Stop!” en ervaren wat wel en niet prettig is in contact met een ander. Bovendien geeft stoeien ruimte om verschillende rollen te verkennen, wat communicatievaardigheden en zelfregulatie bevordert. En laten we niet vergeten: stoeien helpt ook bij ontprikkelen en stoom afblazen.
Kortom, stoeien is een essentiële bouwsteen in de ontwikkeling naar een volwaardig mens. Het is veel meer dan een uitlaatklep voor testosteron of een bron van geweld.
“Maar moet je de kinderen dan maar vrij laten gaan?”
Het antwoord is: ja en nee. Als opvoeder speel jij hierin een cruciale rol. Kinderen spiegelen zich aan jouw gedrag. Hoe reageer jij wanneer je boos, bang of gestrest bent? Dit is wat zij van jou overnemen. Zorg daarom dat je gedrag uitstraalt wat je wilt dat zij leren, dit doe je natuurlijk al en de volgende regels zal jij als ouder vast ook meegeven: niet schelden of vloeken, geen pijn doen of dingen opzettelijk kapotmaken.
Bij stoeien kun je samen regels opstellen of hen zelf laten ontdekken wat wel en niet prettig is. Mijn kinderen hebben al van jongs af aan door middel van stoeien geleerd wat ‘stop’ betekent, hoe je grenzen aangeeft en hoe je met boosheid of frustratie omgaat. Ze weten dat elkaar per ongeluk pijn doen soms gebeurt – in het stoeien én in het leven. Daarbij leren ze ook troosten, omgaan met verlies en winst en vreugde delen. Dat laatste natuurlijk wanneer papa onderop ligt en zij de sterkste zijn.
Daarnaast hebben kinderen, net als volwassenen, vaak behoefte aan fysiek contact. Een knuffel is fijn, maar soms willen ze gewoon stoeien. Het is een speelse en waardevolle manier om hen te laten leren omgaan met fysieke en emotionele uitdagingen.
Ook voor kinderen met extra behoeften
Zelfs kinderen die behoefte hebben aan meer structuur en duidelijkheid kunnen baat hebben aan stoeien. Aan jou de taak om deze activiteit op een veilige en ondersteunende manier te begeleiden.
Pak dus dat kussen erbij, en laat het stoeien beginnen! 😊